historiek en achtergrond


Gekneld tussen Brussel en Leuven, ligt ons dorp, Leefdaal.
Een dorp waar enkele tientallen jaren geleden de kinderen nog op de straat konden spelen en ravotten in de natuur en de bossen die – gelukkig ook nu nog – tot midden in het dorp bewaard bleven.

Een dorp waar vroeger een paar honderd landbouwers nog de vele kleine percelen in de omliggende velden met paard en ploeg bewerkten en waar de jaarlijkse kermis met bijhorende processie en kermisbal, het hoogtepunt van het sociale leven vormden.
Men zou van minder nostalgisch worden.

Maar de Brabantse Voervallei dankt haar aantrekkingskracht niet uitsluitend aan de weidse velden en bossen die zich nu nog rond de dorpskernen uitstrekken. De optimale bereikbaarheid van hogergenoemde steden, met het brede aanbod aan werkgelegenheid, aan gezondheidszorg, scholen en culturele activiteiten, droeg er in grote mate toe bij dat vele gezinnen die liefst de stad ontvluchtten, hier hun intrek namen. Er werd in de voorbije jaren flink verkaveld en gebouwd, soms tot in de velden en bossen toe, het dorp werd langzaam maar zeker minder “dorp”.

Het mag dan wel een halve eeuw geleden zijn dat de Belgische gemeenten fusioneerden, maar ook dit politieke wapenfeit, met de hieraan verbonden schaalvergroting, liet Leefdaal niet ongemoeid. Het gemeentebestuur verwelkomde de gestage groei en liet zich niet onbetuigd in de wedloop naar “meer en groter” waar velen liever “beter” hadden gezien. Op zichzelf natuurlijk niet steeds een slechte zaak, maar samen met het toenemend aantal wooneenheden werd hiermee flink beslag gelegd op de bouwruimte in de dorpskern en de gevolgen voor de immobiliënmarkt bleven niet uit: de prijs voor bouwgronden bereikte ongekende hoogten en als direct gevolg werd de bebouwing dichter en hoger. Het huisje met tuintje moest plaats ruimen voor aan mekaar gesloten bebouwing en in het centrum van het dorp komen er nu appartementsgebouwen.

Dan begon ook onze nationale verkeersellende haar rol te spelen; sluiproutes en toenemend vrachtverkeer door de dorpskernen, om niet te spreken over de lijnbussen die zich dagelijks door de te smalle straten haasten om hun tijdsschema te halen. De tijd van spelen op straat is voorgoed voorbij.

Zoals het meer gebeurt met mooie toeristische plekjes of hoekjes natuurschoon worden deze plaatsen vaak het slachtoffer van hun eigen succes. Iedereen wil er zijn of wil het zien en door de grote toeloop gaat veel van de aantrekkingskracht verloren. Wat blijft er nog over van het onroerend erfgoed van Leefdaal? En hoe gaan wij ermee om? Denken we maar even terug aan onze oude pastorij die gesloopt werd en grotendeels gestort in de vijver achter de gebouwen van de parochiezaal.

Iedereen wil in een dorp of “op de buiten” wonen en door de toeloop van steeds meer bewoners gaat het landelijk karakter van het dorp geleidelijk verloren. Historisch waardevolle gebouwen worden gesloopt en appartementsgebouwen komen in de plaats zelfs buiten de dorpskern en in open veld. Het dorp wordt het slachtoffer van zijn aantrekkelijkheid.

Moeten wij nu moedeloos toekijken en aanvaarden dat dit hoort bij een onafwendbare evolutie, dat dit de prijs is die wij betalen voor de gunstige ligging, het rijke verleden en het natuurschoon van onze gemeente. Leefdaal kunnen wij nog een groene gemeente noemen en dit grotendeels dankzij graaf de Liedekerke en het goede beheer van zijn patrimonium. Is het niet onze plicht de historisch waardevolle gebouwen en de mooie dorpsgezichten te bewaren voor ons, maar ook voor de generaties na ons?
Bieden protest, actiegroepen of betogingen hier een oplossing?
Niet noodzakelijk! Wel moeten de overheid of de verkozen bestuurders nu en dan aan hun verkiezingsbeloften herinnerd worden. Haast alle partijen voeren het “landelijk karakter” van de gemeente hoog in het vaandel. De vraag blijft of zij in hun dagelijks bestuur dit ook waar maken of hun drang naar het voorgenoemde “meer en groter” niet de overhand haalt op de vraag van de bevolking naar “beter” en “stijlvoller”.

Om onze lokale overheid op dit gebied te helpen en tot inspiratie te dienen is er een goede en vooral duidelijke communicatie nodig. Heel wat bewoners van onze gemeente zijn zich acuut bewust van de noodzaak om het landelijk karakter van Leefdaal te bewaren en stellen zich al jaren vragen omtrent het patrimonium en het onroerend erfgoed, de verkeersveiligheid en de voortschrijdende verwaarlozing van Leefdaal als deelgemeente van Bertem.
Waar is hun spreekbuis, hun kanaal om op een positieve en constructieve wijze deze bezorgdheid te uiten en beter nog, hun ideeën en voorstellen ter zake bekend te maken?

Zoals dit in de huidige internet tijden meestal gebeurt, is deze webstek, samen met een aantal gemotiveerde dorpsgenoten die zich achter deze doelstelling scharen, de beste oplossing.
Onze werkgroep “Leefdaal parel van de Voervallei” wil graag een actieve rol in het beleid en formuleert via deze website haar doelstellingen.